Oog voor elkaar
Met teruglopende kerkbezoekers hebben kerklocaties buiten dienst een enorme potentie om dé ontmoetingsplekken voor de toekomst te worden en een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie, zoals ze dat al eeuwen hebben gedaan. Kerkbesturen pak jullie verantwoordelijkheid!
De relatie tussen de mensheid en de planeet staat de komende decennia en wellicht eeuwen onder hoogspanning.
Herbestemmen van religieus vastgoed
Voor de Pniëlkerk in Katwijk, in opdracht van Stichting Hervormd Gast- en Weeshuis, maakten wij het afgelopen jaar een studie voor een bijzondere herontwikkeling. Het doel van de studie was onderzoek te doen of de locatie getransformeerd kon worden naar een ontmoetingsplek in combinatie met wonen.
De opgave voor de herontwikkeling van de locatie van de Pniëlkerk is bijzonder. Van oudsher is de kerk een toevluchtsoord en biedt zij onderdak voor iedereen, maar in het bijzonder kwetsbaren in de samenleving. De Stichting Hervormd Gast- en Weeshuis heeft tot doel de huisvesting en verzorging van wezen, weduwen en bejaarden van alle gezindten en levensbeschouwingen binnen de gemeente Katwijk.
Het faciliteren van samenkomst en ontmoeting in een gebouw voor gemeenschappen of communities oftewel gelijkgestemden, die sociaal maatschappelijk, cultureel of in overtuiging met elkaar verbonden zijn, is natuurlijk niet persé bijzonder, maar waar deze opgave onderscheidend in is, is dat ook minder voor de hand liggende ontmoetingen gefaciliteerd kunnen worden. De centrum- of buurtfunctie van een multifunctionele ruimte betekent ook dat contact tussen mensen met verschillende achtergronden, overtuiging en leeftijd gestimuleerd kan worden. Hierbij hebben kerklocaties een grote rol, want ze bevinden zich letterlijk in het midden van de samenleving.
Deze ontmoetingsplekken kunnen leiden tot meer begrip en verdraagzaamheid en kunnen daarmee juist een bijdrage leveren aan het voorkomen van confrontaties, isolement, uitsluiting of eenzaamheid. De opgave voor dit soort locaties behelst juist het faciliteren van ontmoetingen, zoals dat ook van oudsher al gebeurt. Een unieke kans om het belang van deze plekken te onderstrepen en haar toekomst en nut te koesteren en te waarborgen. En niet, zoals het nu vaak gebeurt, deze te vervangen door uitsluitend woningbouw, wat een verschraling van de leefomgeving tot gevolg heeft. Hier is een rol weggelegd voor kerken, hun besturen en hun toekomstige relevantie.
Grofweg is er een heldere tweedeling te maken in kerkgebouwen even afgezien van de kerkgemeenschappen, vooroorlogse en naoorlogse kerken. De vooroorlogse kerken liggen in de uitbreidingswijken van begin 20e eeuw. Dit zijn vaak monumentale wijken of in ieder geval karakteristieke buurten en ook de betreffende kerken hebben veelal een beschermde status. Het feit dat ze over het algemeen in levendige stads- of dorpscentra gelegen zijn, betekent ook dat zij waarschijnlijk een nog voldoende grote kerkgemeenschap zijn zodat er nog draagvlak en relevantie is voor het betreffende gebouw. Ook eventuele functiewijzigingen zijn makkelijker te realiseren op deze plekken. Maar wat ook veel gebeurt is dat kerkgemeenschappen hun krachten bundelen, waardoor andere gebouwen in hun bezit afgestoten kunnen worden.
Met name de naoorlogse kerken zijn interessant voor herbestemming en sloop- en nieuwbouwopgaven. Nu is dit niet een pleidooi om alle naoorlogse kerken te slopen. Het zijn over het algemeen fraai ontworpen gebouwen en representeren de postmoderne bouwkunst. De belangrijkste representanten dienen daarom voor toekomstige generaties te worden gewaarborgd. Uit de overigen kunnen nieuwe gemeenschappen gecreëerd worden, waarbij er vervlochten programma’s met wonen (al dan niet voor beschermde groepen), werken, sport, recreatie, debat en bezinning onder één dak ondergebracht kunnen worden. Deze functiemenging is een belangrijke kwaliteit voor het stadsdeel, het dorp of de buurt.
De casus van de Pniëlkerk (bouwjaar 1968) is niet op zichzelf staand. Veel kerkbesturen kampen met teruglopende leden en onderhoud van de gebouwen is een geld-intensieve aangelegenheid. Ze kijken naar alternatieve verdienmodellen of stoten – in sommige gevallen – locaties af. Vaak zijn de kerken gelegen op fraaie locaties in centra van steden, dorpen of buurten. Herbestemmen van kerken geeft vaak de nodige uitdagingen. Toekomstige functies komen niet altijd overeen met de overtuiging van kerkbesturen. Ook in het kader van planologie, aanpasbaarheid en duurzaamheid is het niet altijd eenvoudig de gebouwen te herbestemmen.
Toch is het faciliteren van een ‘nieuwe’ ontmoetingsplek niet altijd meer de essentie van de herontwikkelingsopgave. Terwijl we daar nou juist steeds meer behoefte aan hebben. Tijdens Corona heeft de digitalisering een vlucht genomen, maar ook de zichtbaarheid van andersdenkenden en de verkettering hiervan is zeer actueel. Het is nu niet meer alleen tussen verschillende geloofsovertuigingen en achtergrond, maar ook tussen aanhangers van complottheorieën, anti-vaxxers en verzet vergaande bemoeienis van de overheid, les gilets jaunes! Deze kerklocaties kunnen, gezien hun ligging en context, de rol weer vervullen om verzoening te brengen en partijen dichter bij elkaar te brengen in combinatie met de zo nodige verdichtingsopgave.
Ook al is de rol van de kerk in de samenleving in transitie, dit betekent niet dat er geen behoefte meer is aan plekken van samenkomst. De relatie tussen de mensheid en de planeet staat de komende decennia en wellicht eeuwen onder hoogspanning. Als er niet in voldoende mate oog is voor ‘wat leeft’, dan zal dit nog meer polarisatie en wantrouwen tot gevolg hebben. Oog hebben voor elkaar in het kader van gemoedstoestand en overtuiging is dan essentieel en de huidige kerklocaties kunnen dit faciliteren, zoals ze al eeuwen hebben gedaan!
Wiebe van Houten
2 juni 2021