Concept House

Toen ik 2019 de masterclass Circulair Bouwen bijwoonde (georganiseerd door de BNA en Copper- 8) werd tijdens het voorstelrondje van ‘de klas’ de volgende opdracht meegegeven: “Noem een voorbeeld uit jouw praktijk waar je – op dit moment – circulaire principes toepast.”

De urgentie is er nu - een aantal jaar later - veel meer. En het feit dat je er energie moet steken in duurzaamheid, dat het niet per definitie meer hoeft te kosten, dat het niet vanzelf gaat en dat je het er niet even bij doet, ook.

Ontwikkeling van een nieuw bouwsysteem met een zo laag mogelijke ecologische footprint.

Toen ik 2019 de masterclass Circulair Bouwen bijwoonde – georganiseerd door de BNA en Copper-8 – werd tijdens het voorstelrondje van ‘de klas’ de volgende opdracht meegegeven: “Noem een voorbeeld uit jouw praktijk waar je – op dit moment – circulaire principes toepast.” Met het schaamrood op de kaken voor een volle zaal, die voor mij louter succesverhalen had gedeeld, kwam ik niet verder dan de verbouwing van mijn eigen woning, waar ik op dat moment aan het overwegen was om de houten vloerbalken – er kwam namelijk een betonvloer in de woning – te hergebruiken in het dak van mijn aanbouw. Niet echt ambitieus…

Overigens had ik net zo makkelijk tal van andere circulaire praktijkvoorbeelden kunnen noemen, zoals: transformaties van kantoren naar woningen, herbestemmen van een hangar op Vliegkamp Valkenburg door het toepassen van uitsluitend hergebruikte materialen, het toepassen van houten hoofddraagconstructies, het demontabel & remontabel detailleren van gebouwen, grootschalige renovaties van uitbreidingswijken uit begin 20e eeuw, maar ik kwam er even niet op.

Noor Huitema van Copper-8, de moderator van deze masterclasses reageerde naar aanleiding van mijn verbouwingsverhaal: ‘Fantastisch, zo moet je inderdaad beginnen!’ Ik herinner me nog een soort van overrompeld te zijn door haar aanstekelijke enthousiasme en positiviteit. Door deze response bekroop mij het gevoel dat ik daadwerkelijk wat voor de planeet aan het betekenen was, een gelukzalig moment. Maar snel hierna kwamen we bij het hoofdthema van de masterclass en kwam de apocalyptische boodschap, waarbij mijn goedbedoelde initiatief verbleekte en waarom we met z’n allen hadden besloten ons op te geven voor deze bijeenkomsten: earth overshoot, klimaatverandering, eindige grondstoffen en de bouw die hier voor 30% in bijdraagt. Waar te beginnen?…

Ook wij zijn met het kantoor al meer dan 10 jaar aan het pionieren, soms niet eens bewust en met meer- en soms minder succes. We voelen de urgentie en worden er natuurlijk dagelijks mee geconfronteerd, maar de vraag ‘Waar te beginnen?’ is voor ons in ieder geval nog altijd zeer actueel en speelt bij iedere start van elk nieuw (circulair) project een rol.

Vanaf 2010 zijn we met de leerstoel productontwikkeling van TU Delft Concept House gestart. Concept House is – ik praat nog altijd in de tegenwoordige tijd, ook al is Concept House nog altijd niet tot volledige wasdom gekomen –  een generiek bouwsysteem voor seriematige woningbouw met een zo’n laag mogelijke ecologische footprint. Uiteindelijk heeft deze ontwikkeling van het bouwsysteem geleid tot de bouw van een prototype op Heijplaat. Het CHP (Concept House Prototype) zit vol slimme installatie-systemen met sensoren om de prestaties te meten en de hoofddraagstructuur is opgetrokken uit hout. Enthousiaste studenten bewoonden CHP en analyseerden de gegevens. Het prototype was de opmaat naar een autarkische houten hoogbouw van 60 meter. Van één enkel prototype gaan we naar een stadsvilla met 16 appartementen in 4 lagen. En deze stadsvilla is op zijn beurt weer een tussenstap naar de hoogbouw.

Jammer genoeg blijkt het – tot op heden – moeilijk om CHP opgeschaald te krijgen van een prototype, naar een woontoren. Waar ging het mis? ‘Men’ was er (nog) niet klaar voor. Wij hadden een formule-1 auto ontwikkelt en moesten naar een productiemodel voor implementatie. Potentiële ontwikkelaars wilden de engineeringskosten gedekt hebben in de eerste 16 woningen, een marktconforme prijs voor de grond betalen en ook nog voldoende rendement overhouden… Dat kon natuurlijk nooit dicht gerekend worden. In die zin was het natuurlijk ook geen bouwproject, maar productontwikkeling. En dat was toch iets anders dan projectontwikkeling. Research en development moesten eigenlijk verdisconteerd worden over 300 of misschien wel 3.000 woningen, maar niet over 16. We gooiden het met deze startup over een andere boeg.

In 2012 werden wij met CHP uitgenodigd door het ministerie van EZ en BZK om deel te nemen in een denktank om duurzame initiatieven mogelijk te maken. Er zaten duurzame miljoenen in ‘potten’, klaar om een bestemming te krijgen. Helaas was CHP niet schaalbaar genoeg op korte termijn, wel een eis vanuit subsidiëring. Er waren op dat moment 3 ‘grote’ houtfabrieken, die samen een capaciteit hadden van 300 appartementen per jaar. Overigens stonden deze fabrieken ook nog eens aan de rand van een faillissement, omdat de nasleep van de financiële crisis er erg in hakte in de bouwkolom. En dan te bedenken dat er 100.000 woningen per jaar gebouwd moesten gaan worden. “Dat schiet niet op”, dachten ook de hoge ambtenaren op de betreffende ministeries. De miljoenen aan subsidie werden wel uitgekeerd, maar aan de grote bouwers die logischerwijs ook aan tafel zaten. Deze bouwden natuurlijk duizenden woningen per jaar, dus dat zette zoden aan de dijk. Helaas waren het – in ieder geval op dat moment – uitsluitend betonbouwers…

Een andere poging om ‘het gat te dichten’ was om in aanmerking te komen voor een valorisation grant. Een valorisation grant is een specifieke ondersteuning op het gebied van productontwikkeling uitgegeven door Stichting Techniek en Wetenschap (STW) in opdracht van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Aangezien CHP toch meer aan de zijde van de productontwikkeling zat, lag het voor de hand om ‘het product’ hiervoor aan te melden. Helaas werd het verzoek afgewezen, omdat niet voldoende aanwijsbaar gemaakt kon worden dat het om de ontwikkeling van één specifiek product ging, bijvoorbeeld een duurzame printcartridge of een artificiële hartklep. Het ging meer om een netwerk- of ketenorganisatie voor diverse producten. Zo luidde in ieder geval de uitleg van de beoordelaar bij het STW.

Uiteindelijk hebben we, met CHP onder de arm, diverse gemeenten benaderd: Almere, Amsterdam, Leiden en Zoetermeer. Helaas hebben alle gemeenten hoge duurzaamheidsambities en werden we met alle egards op verschillende stadhuizen ontvangen, maar als we hen vroegen gronden beschikbaar te stellen, dan bleek dat erg ingewikkeld. De politieke agenda – waarbij gronden verkocht werden aan de hoogste bieder – was in die zin doorslaggevend en niet de innovatie van een duurzaam bouwsysteem. Hierdoor moesten we op inschrijving een concurrerend bod doen en met 30% hogere engineerings- en bouwkosten was dit geen eerlijke wedstrijd.

Als laatste wapenfeit zijn we aangesloten bij Barbahuis, een initiatief van Aedes en Portaal om de toekomstige opgaven voor de bouw van sociale huurwoningen over een andere boeg te gooien. Vanuit tientallen participanten, van installateurs tot betonbouwers en van architecten tot projectontwikkelaars, ontstonden er via ‘speeddate sessies’ 5 consortia waarmee maandenlang – opensource en pro deo – aan een nieuwe ‘community’ werd gewerkt. Het aanvankelijke idee was dat we alle concepten zouden bouwen in één proeftuin en dat we lering konden trekken van elkaars bevindingen. Helaas werd er geen passende locatie gevonden en werd uiteindelijk gestreden door de 5 consortia voor een bouwopgaven in centrum Leiden. Uiteindelijk heeft het minst vernieuwende initiatief gewonnen. De senior stedenbouwkundige van gemeente Leiden had een doorslaggevende stem, waarbij de kernwaarden van Barbahuis op de achtergrond raakten. Overigens was de locatie ook nog eens onderwerp van een hevige strijd tussen de gemeente en de woningbouwcorporatie. Onder het mom van een duurzaamheidssausje werd de ‘divorce baby’ geboren en leefden gemeente Leiden en de woningbouwcorporatie nog lang en gelukkig. Eigenlijk was de locatie in centrum Leiden niet geschikt als duurzame proeftuin, bleek achteraf…

We hebben dus de tegenovergestelde richting bewandeld, dan de richting die Noor Huitema aangaf tijdens onze eerste masterclass bijeenkomst. Een thesis opgesteld vanuit academica, dat via een startup of incubator haar marktimplementatie moest krijgen, was wellicht te hoog gegrepen. Er was maar lastig breed draagvlak voor te vinden. Zowel private partijen als de publieke sector wilden het risico om allerlei moverende redenen niet lopen. Er was geen balans tussen ambitie en budget en daarmee was er ook geen markt voor…De urgentie is er nu – een aantal jaar later – veel meer. En het feit dat je energie moet steken in duurzaamheid, dat het niet per definitie meer hoeft te kosten, dat het niet vanzelf gaat en dat je het er niet even bij doet, ook. Lessons learned: “Stel haalbare doelen”. Als je binnen een project kan duiden waar eventueel winst op het gebied van duurzaamheid te halen is en je kunt dat doorvoeren, dan is dat een stap op zich. Van daaruit kunnen ervaringen gedeeld en uitgebouwd worden.

Op dit moment hebben we met KVDK Architecten Concept House Prototype een stap verder gebracht. De basisprincipes zijn meegenomen in een nieuw systeem genaamd L.E.F. LEF is gebaseerd op een CLT methodiek, waarbij een vergaande integratie heeft plaatsgevonden van de installaties in vloer- en scheidingsconstructies. Ook de toegankelijkheid van deze installaties is een belangrijk onderdeel. Met LEF bouwen we modulair appartementen van 50m2 en 75m2. Installatieruimtes van deze appartementen zijn altijd toegankelijk vanaf de gemeenschappelijke verkeerszones, waardoor het onderhoud gedaan kan worden zonder dat de bewoner thuis is. Ook biedt de hoge mate van prefabricage de mogelijkheid een kwalitatief hoogwaardig product te maken, met een grote bouwsnelheid en relatief weinig uitstoot en verlies van materiaal. Inmiddels hebben we met een aantal strategische partners afspraken gemaakt en zal binnenkort het eerste LEF-gebouw gerealiseerd gaan worden. Wij houden u middels deze topic op de hoogte.

Wiebe van Houten

4 juni 2021

 

 foto: Sem Rentmeester