Erfgoed: balanceren tussen het verleden en de toekomst
Om monumenten voor de toekomstige generaties te behouden, is het van belang dat ze in gebruik blijven. Welke functie(s) aan de gebouwen gegeven wordt om ze relevant te houden en welke aanpassingen daarmee gemoeid zijn, hangt samen met de culturele waarde of waardering van het erfgoed.
Onze ervaring bij erfgoed is dat, bij een integrale en creatieve benadering, de kaders van monumenten juist kan leiden tot mooie kansen!
In alle gevallen – restauratie, renovatie of aanpassen – is het behoud van het monument voor toekomstige generaties de essentie.
Ontwerpopgaven voor cultureel erfgoed zijn enorm uitdagend. Erfgoed is namelijk van ons allemaal; het is publiek bezit met één eigenaar. Het bezit van erfgoed komt met een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid, waarbij de eigenaar als tussenpaus fungeert en de zorgt draagt dat het monument voor toekomstige generaties gewaarborgd blijft. Dit is geen vrijblijvendheid, maar door wet en regel bepaald.
Wanneer je met erfgoed aan de slag gaat, worden enkele belangrijke vragen gesteld. Houdt het monument zijn relevantie? Waar is binnen de buurt, wijk of stad behoefte aan? Is de ingreep reversibel? Wat is de bouwhistorische waardestelling en hoe wordt deze gewaarborgd voor toekomstige generaties? Hierin worden geen prioriteiten gesteld; alle aspecten zijn even belangrijk. Om een antwoord te krijgen op deze essentiële vragen biedt een brainstormsessie met alle betrokken partijen vaak uitkomst.
Relevantie
Relevantie speelt vaak een rol bij herbestemming van monumenten. Een goed voorbeeld hiervan zijn kerken. Door teruglopende ledenaantallen is het gebouw ‘niet meer relevant’ en worden kerken herbestemd. Toch willen we het gebouw behouden voor de toekomst en wordt de functie aangepast, zodat er bijvoorbeeld in gewoond kan worden. Om de kerk bewoonbaar te maken moeten er verstrekkende ingrepen gedaan worden. Denk hierbij aan het toevoegen van raamopeningen of het isoleren van het monument. Renovatie-ingrepen, het aanpassen van het monument om het comfort of energieprestatie van het gebouw te vergroten, zijn een onlosmakelijk onderdeel van het behoud van monumenten en hebben effect op de verschijningsvorm. De mate waarin dit toelaatbaar is, is dus afhankelijk van veel factoren en kan voor ieder monument verschillend zijn.
Waardestelling
De monumentale waarde wordt bepaald door de functie, uniciteit en gaafheid van het bouwwerk. Qua functie kan het zijn dat het monument als geheel gehandhaafd moet blijven, omdat het symbool staat voor een bepaalde periode of dat er bijvoorbeeld nog weinig soortgelijke objecten van bestaan. Restauratie, het terugbrengen in oorspronkelijk staat, kan dan de voorkeur hebben boven renovatie of aanpassen naar een eventuele nieuwe functie.
Bij grachtenpanden of landgoederen kom je regelmatig tegen dat panden gesplitst worden voor bewoning. Vaak is het een economische reden, omdat het onderhoud de inkomsten overschrijdt of dat er een minder behoefte is aan type hoge segment woningen. Deze ingrepen hebben altijd effect op de monumenten, waardoor de oorspronkelijke gebouwtypologie in relatie tot het oorspronkelijk gebruik als één woning steeds schaarser wordt.
Daarnaast is het belangrijk kennis te nemen van de waardering van de verschillende fysieke onderdelen van het gebouw. De bouwhistorische waardering wordt aangegeven met de termen hoog-, positief of indifferent monumentaal. Met deze waardering kan een afweging gemaakt worden welke gebouwdelen aangepast worden en welke niet. In deze afweging is het belangrijk te bekijken welke ingrepen reversibel zijn en dus in de toekomst ongedaan gemaakt kunnen worden, waardoor het monument in oorspronkelijke staat kan worden teruggebracht. Door op dit gebied inventief te zijn is er in sommige gevallen meer mogelijk dan op het eerste gezicht lijkt.
Behoud voor de toekomst
Toch is in alle gevallen – restauratie, renovatie of aanpassen – het behoud van het monument voor toekomstige generaties de essentie. Hiermee is niet gezegd dat er een grote glazen stolp over monumenten gezet moet worden en er niets aan veranderd mag worden. Juist het herbestemmen en aanpassen betekent dat erfgoed niet in verval raakt en gebruikt wordt, waardoor het naast de economische waarde ook haar relevantie behoud. Wat wél en wat niét mag is altijd een dialoog tussen eigenaar, architect en het bevoegd gezag in de vorm van een erfgoedcommissie. Ga in gesprek en realiseer je dat het je ook kansen biedt!
Spelregels
Uiteraard zijn er ook spelregels. Zo mag er aan de binnen- en buitenkant van een monument niets gesloopt worden zonder sloopvergunning en moeten aanvragen voor een monumentenvergunning technisch verder uitgewerkt worden met een bouwhistorisch onderzoek, werkomschrijvingen en plan van aanpak. De standaard procedure voor het verkrijgen van een monumentenvergunning beslaat 14 weken waarmee deze langer is dan een reguliere procedure voor een omgevingsvergunning. Dit komt niet alleen omdat er meer specialisten betrokken zijn bij de beoordeling, maar ook omdat karakteristieke bouwdelen – eenmaal gesloopt – verloren zijn voor de toekomst, waarmee starten ‘op eigen risico’ bij monumentale projecten geen optie is.
Kortom, werken met erfgoed blijft een balanceeract tussen het verleden en de toekomst. Een gebouw dat er al generaties staat, is cultureel erfgoed en wordt dus een beetje van ons allemaal!